Cijfers liegen niet

Gefrustreerd plofte Sara op de keukenstoel neer en smeet haar handtas op de grond. Mien keek keek haar vragend aan. 

“Niks gaat goed vandaag ’,  zei Sara.

Mien deed de waterkoker aan en zette de chocoladetaart op de keukentafel.

Sarah studeert voor modeontwerpster en Mien studeert voor ict er.

Sara is altijd op zoek naar leuke stoffen en vandaag was geen uitzondering. Ze legde de stof op tafel om aan Mien te laten zien, 

“Het is wel een leuke stof, heb je die bij de winkel Hier om de 

hoek gekocht? “, vroeg Mien.

“Nee, bij een andere winkel. De winkel Hier om de hoek is failliet gegaan”. 

“Dat is jammer, ze verkochten zulke leuke stoffen”, zei Mien.

Ze pakte de gebaks en thee spullen en legde ze op tafel.

Zo, we zijn net op tijd voor thee, zei Tyler handenwringend, toen hij en Tom binnenkwamen.

Mien was dol op bakken en zorgde er dan voor dat er  allerlei lekkere dingen op tafel  kwam te staan.

Zo had ze chocoladetaart  met rood fruit gebakken, scones, citroen cupcakes versierd met sinaasappelglazuur en gesuikerde roosjes. Sandwiches met gerookte kip, belegen kaas en rauwe ham.

“Waar is het stof voor?”, vroeg Tom. “Het ziet er leuk uit”.

“O, dat is om een petticoat van te maken voor het feestje van volgende week waar Mien en ik naar toe gaan”.

“Je klinkt teleurgesteld, vindt je de stof niet leuk?”, vroeg Tom.

“Jawel maar de de winkel, Hier om de hoek is failliet  gegaan en ze hadden beterder stoffen”. “Ik snap het niet. Ze maakten reclame, hadden genoeg klanten voor voldoende omzet. De kwaliteit was goed en toch zijn ze failliet gegaan”.

“Op het laatst hadden ze zelfs een business coach genomen maar zelfs dat heeft niet geholpen”.

“Toen ik Sandra sprak, de eigenaresse, zei ze tegen mij dat ze zich zo schuldig voelde omdat de winkel failliet is gegaan”.

“Dat heeft niks met schuld te maken”, zei Tom. “Dat heeft alles te maken met welk marktaandeel ze hadden”. 

Mien schonk de thee in en vroeg, “hoe bedoel je?”

Tom glimlachte, pakte de chocoladetaart en vroeg, “wie wil er een stukje?”

Iedereen wilde wel een stukje. 

“Vertel nu”, zei Sara ongeduldig.

“Laten we een voorbeeld nemen met de chocoladetaart, de taart is de markt”. 

Tom sneed een punt uit de chocoladetaart en zei, “de punt is de winkel, het is een deel van de mark”. 

Hij sneed nog een stuk van de chocoladetaart en gaf het aan Mien.”Er komt nog een winkel bij. Dat houdt in dat de winst die nu gemaakt wordt in tweeën wordt gedeeld”. 

Hij zei: “klanten zorgen voor de winst maar concurrenten snoepen van je winst”.

“De taart is nu in vieren gedeeld, vier stukken dat wil zeggen een vierde deel krijgen van de winst van de markt”.

Sara zei, “wanneer ik het goed begrijp, heb je op de markt meerdere personen die hetzelfde product verkopen. Die personen zijn de concurrenten. En met die concurrenten, daar deel je je winst mee?”

“Ja, dat klopt. Hoe meer mensen hetzelfde product verkopen, hoe meer je de winst moet delen. En cijfers liegen niet”. 

Na het eten liepen Sara en Mien naar de slaapkamer om de petticoat te gaan maken voor het feestje.

Oma kwam langs om de stof te bewonderen. 

“Hé, hé”, zei ze, ik ben boven”. 

“Wat ga je ervan maken?”

Shopping Cart
Scroll to Top